< Meer nieuws
De nieuwe wet tegen de niet-consensuele verspreiding van naaktbeelden zorgt voor een versterkte positie van het slachtoffer
‘Eveline’ heeft de laatste maanden voor behoorlijk wat opschudding gezorgd in het Vlaamse medialandschap. De
catfish verspreidde eind augustus de naaktbeelden van diverse bv’s, die daarna gretig gedeeld werden via sociale media. Hierdoor kwam de problematiek van wraakporno, tegenwoordig beter bekend onder de meer algemene term ‘niet-consensuele verspreiding van seksueel getinte beelden’, terug onder de aandacht.
Zanger Stan Van Samang diende alvast een klacht in tegen de verspreiding van zijn naaktfoto’s op basis van de nieuwe wet van 4 mei 2020 ter bestrijding van de niet-consensuele verspreiding van seksueel getinte beelden en opnames. Met succes, want ondertussen werd Eveline ontmaskerd en werden dwangsommen opgelegd aan internetproviders wanneer zij de beelden in kwestie niet zouden verwijderen of de toegang ertoe niet zouden blokkeren.
Wat houdt deze nieuwe wet juist in en hoe kunnen slachtoffers nu doeltreffender optreden tegen het ongewild verspreiden van hun privéfoto’s of -filmpjes?
Strafbaarstelling wordt aangescherpt
Allereerst is het misdrijf in artikel 371/1, 2° van het Strafwetboek ruimer gesteld dan enkel het bestraffen van een ex-geliefde die uit is op wraak. Er is sprake van het misdrijf niet-consensuele verspreiding van seksueel getinte beelden indien een persoon geluidsfragmenten of beelden van een ontblote persoon of een persoon die een expliciete seksuele daad stelt, toont, toegankelijk maakt of verspreidt zonder diens toestemming of buiten diens medeweten. Dit is het geval ongeacht of de persoon zelf ingestemd heeft met het maken van deze beelden en zonder de vereiste dat de persoon herkenbaar moet zijn, bijvoorbeeld doordat zijn of haar gezicht in beeld is of hij of zij met naam genoemd wordt op de webpagina waarop de beelden gepost worden. De daders hangt een gevangenisstraf tot vijf jaar boven het hoofd.
Er is sprake van een verzwaring van straf wanneer de persoon die de beelden verspreidt, handelt uit kwaadwillig opzet of uit winstbejag. Ook wanneer beelden van minderjarigen verspreid worden, is er sprake van een verdere strafverzwaring. Dan kan de dader zelfs veroordeeld worden tot een gevangenisstraf van 15 jaar. Minderjarigen worden bijkomend beschermd doordat er een onweerlegbaar vermoeden is dat zij niet hebben ingestemd met het verspreiden van de seksueel getinte beelden. Bij meerderjarigen kan de dader nog wel altijd aantonen dat het slachtoffer toch ingestemd heeft met de verspreiding van de beelden.
Het is duidelijk dat er eindelijk een ruime strafbaarstelling is ingevoerd met diverse mogelijke strafverzwaringen, die toelaat om alle gevallen van de niet-consensuele verspreiding van seksueel getinte beelden te kunnen bestraffen.
Beelden kunnen al na 6 uur offline gehaald worden
In de nieuwe wet wordt tevens een procedure uitgewerkt waarin het slachtoffer een verzoekschrift kan indienen bij de voorzitter van de rechtbank van eerste aanleg waarin hij of zij vraagt om de verspreider en alle tussenpersonen (in het bijzonder de diverse internetspelers) te verplichten de beelden te verwijderen of de toegang ertoe te blokkeren.
Er heerst een vermoeden dat deze vordering zowel de gegrondheid als de hoogdringendheid heeft die vereist is in een dergelijke procedure. De rechter zal dus zeer gemakkelijk maatregelen kunnen opleggen wanneer een slachtoffer hierom verzoekt.
De rechter kan alle mogelijke passende maatregelen opleggen zodat internetspelers de beelden in kwestie uiterlijk 6 uur na de betekening van de beslissing moeten weghalen. Hij kan deze maatregelen bevelen aan elke internetspeler, van providers zoals Telenet en Proximus tot sociale media zoals Facebook of zoekmachines zoals Google. Een recent arrest van het Europese Hof van Justitie heeft hierover beslist dat niet enkel identieke, maar ook gelijkaardige beelden met zo’n bevel verwijderd moeten worden door de internetspelers. Vaak worden de beelden immers opnieuw geüpload, maar met een ander formaat of licht bewerkt, waardoor het in principe niet meer om ‘dezelfde beelden’ gaat als in het rechterlijk bevel. Dit veelgebruikt achterpoortje is nu dus eindelijk gesloten.
Wanneer de verspreider of de tussenpersonen elke medewerking weigeren, kunnen zij veroordeeld worden tot boetes van maar liefst 20.000 euro. Dit geeft slachtoffers in elk geval een flinke stok achter de deur om te ageren tegen tegenstribbelende verspreiders.
Het slachtoffer moet door deze nieuwe procedure ook niet meer wachten op het openbaar ministerie om actie te ondernemen, maar kan al direct na de ontdekking van de verspreiding naar de rechter stappen om deze een halt toe te roepen.
Zorgt de nieuwe wet voor oplossingen in de praktijk?
Reikt deze nieuwe wet nu werkelijk oplossingen aan voor de slachtoffers van de niet-consensuele verspreiding van naaktbeelden? Jazeker, maar enkel tot op een bepaalde hoogte.
Enerzijds is de strafbaarstelling verruimd en op scherp gesteld. Elke verspreiding van seksueel getinte beelden zonder de toestemming van het slachtoffer wordt bestraft. Minderjarigen worden extra beschermd door het onweerlegbare vermoeden dat zij geen toestemming hebben gegeven voor de verspreiding. Wanneer het gaat om wraakporno of wanneer de verspreider de beelden uit winstbejag verkoopt, hangt deze een extra zware straf boven het hoofd.
Anderzijds krijgt het slachtoffer nu meer slagkracht door zelf een snelle procedure te kunnen instellen voor de voorzitter van de rechtbank van eerste aanleg. Op zeer korte tijd kan er een bevel worden uitgevaardigd waarbij zowel de verspreider zelf als iedere tussenpersoon verplicht wordt om binnen 6 uur de beelden in kwestie te verwijderen of ontoegankelijk te maken. Deze snelle handhaving is immers essentieel om de verdere verspreiding van de beelden onmiddellijk tegen te gaan.
Dit gezegd zijnde, is het zeer makkelijk om beelden lokaal op te slaan vanop het internet. Hoe kort de beelden ook online hebben gestaan, de kans is groot dat een alerte persoon deze reeds opgeslagen heeft op zijn eigen computer of in de cloud en de beelden weer verder zal verspreiden op verschillende websites, waardoor het slachtoffer telkens achter de feiten aanholt. Een ander probleem is het feit dat de beelden eveneens verspreid kunnen worden via chatapplicaties zoals WhatsApp. Deze applicaties maken gebruik van encryptie, waardoor onmogelijk achterhaald kan worden wat gedeeld wordt in gesprekken tussen gebruikers en de verspreiding op die manier niet gestopt kan worden.
De nieuwe wet is dus zeker geen allesomvattende oplossing voor het bredere maatschappelijke probleem van het ongewenst delen van naaktbeelden, maar wel een stap in de goede richting, waarbij het slachtoffer tot op zekere hoogte de controle over zijn of haar lichaam terug in handen kan nemen.