NG image

< Meer nieuws

NG

Advocaat, vennoot en praktijkassistent: Joke Decabooter aan het woord in de Nelissen Grade corner in college De Valk

In 2011 wandelde ze als advocaat-stagiair Nelissen Grade binnen, zeven jaar later groeide ze door tot vennoot. Joke Decabooter staat als eerste vrouwelijke partner mee aan het stuur van de geïntegreerde Leuvense advocatenassociatie. Met personen- en familierecht als kernexpertise, vertaalt ze dagelijks de theorie naar de praktijk. Zowel binnen het kantoor, als aan de Leuvense rechtenfaculteit, want Joke is inmiddels vier jaar praktijkassistent bij het Instituut Familierecht en Jeugdrecht. Hoe gaat het assistentschap in zijn werk? Welke inzichten wil ze studenten meegeven? We spreken Joke in de Nelissen Grade corner in college De Valk.

Dag Joke! In 2018 startte je als praktijkassistent familierecht aan KULeuven. Hoe is die bal voor jou aan het rollen gegaan?
“Nelissen Grade zet al jaren de deur open voor kijkstages in het kader van praktijkcolleges. Een belangrijke meerwaarde voor rechtenstudenten, want door een echte consultatie mee te volgen, krijgen ze tijdens hun studies de kans om te proeven van de juridische praktijk. Geïnspireerd door dit initiatief, solliciteerde ik bij professor Ingrid Boone, directeur van het Instituut Familierecht en Jeugdrecht. Niet veel later ging ik als assistent aan de slag, voor een aanstelling van 10 %.”

Hoe vul je het assistentschap in?
“Het takenpakket van een praktijkassistent aan de rechtenfaculteit is heel divers en verschilt per instituut. Professor Boone verdeelt de taken, voor elk opleidingsonderdeel wordt er een verantwoordelijke aangesteld. Ikzelf geef een werkcollege, coördineer de kijkstages en begeleid enkele studenten bij het schrijven van hun seminarie. En daarnaast is er het examentoezicht natuurlijk, waarbij ik één à twee examens per semester surveilleer.”

Als praktijkassistent dompel je studenten onder in uiteenlopende aspecten van het familierecht. Hoe worden de topics bepaald?
“Op dat vlak krijgen we veel vrijheid. De thema’s worden steeds afgestemd in functie van de kennis en praktijkervaring van de assistenten. Zo hebben we in ons team een jurist gespecialiseerd in adoptie, of werd er de vorige jaren een werkcollege gegeven door een rechter. Ik vertrek dan weer vanuit mijn eigen expertise en leg me toe op het werkcollege echtscheidingen.”

Hoe bereid je je voor?
“Ik vertrek steeds vanuit de wet. Welke vormen van echtscheidingen zijn er? Hoe ziet het juridisch kader eruit, wat zijn de voorwaarden? Vervolgens maak ik de theorie tastbaar met een praktische case, vaak een geanonimiseerd dossier vanop kantoor. Die casus ontvangen de studenten op voorhand, waarna ze elk een rol kiezen en hun standpunten uiteen zetten.”

Verfrissend om hun visie en redenering te horen?
“Enorm! Echtscheidingen zijn een hyperconcrete materie, je merkt dat studenten veel vragen hebben over dat praktische luik. Dan deel ik mijn ervaringen vanop kantoor en in de rechtbank, of neem ik een proces-verbaal mee dat – anoniem, uiteraard - de feiten omschrijft bij een echtscheiding onherstelbare ontwrichting. Dat maakt de theorie minder abstract.”

“Een consultatie meevolgen, een echtscheidingscase ontrafelen, een conclusie schrijven, … Als praktijkassistent laat je studenten stapsgewijs kennismaken met de juridische praktijk.”

Wat geeft je de grootste voldoening als praktijkassistent?
“Elk werkcollege is natuurlijk anders, maar wanneer ik voor een gemotiveerde groep studenten sta, geeft me dat veel energie. De samenwerking, de oprechte interesse of verrassende vragen, … Die interactie is heel leuk en houdt me als advocaat scherp. Ook de een-op-eenbegeleiding van studenten bij het schrijven van hun seminarie vind ik superinteressant. Ik daag studenten graag uit om het beste van zichzelf te geven. Typo’s en dt-fouten zijn voor mij bijvoorbeeld een absolute no go. Maar ik leg hen dan uit dat dit in de praktijk ook echt niet kan, en dat een conclusie vol spellingsfouten niet geloofwaardig overkomt. Streng, maar rechtvaardig dus. (lacht)”

Tot slot: wat zou je toekomstige praktijkassistenten graag meegeven?
“Je moet echt de wil hebben om studenten iets bij te leren. Geduld is daarbij essentieel. Sommige zaken zijn voor jou misschien vanzelfsprekend, maar studenten hebben tijdens hun opleiding nog maar weinig voeling met de praktijk. Daarom proberen we de topics heel breed én concreet te maken. Zowel in de thema’s die we behandelen, als in de opdrachten die studenten voorgeschoteld krijgen. Daarnaast is het fijn om studenten te zien groeien en vooruitgaan, bijvoorbeeld tijdens het schrijven van hun seminarie. Dat je hen kan motiveren om niet voor een 11, maar voor een 16 te gaan: die progressie vanop de eerste rij meemaken, geeft veel energie.”

Bedankt Joke voor het interview. Veel succes dit academiejaar!


Meer lezen over Nelissen Grade?

Lees verder